De tuinbladkruiper lijkt wel wat op de gewone duizendpoot, maar hij is een stuk langer. Heeft de gewone duizendpoot 15 paar poten, deze heeft 21 paar poten. Ogen heeft hij niet. De kleur is echter wel weer hetzelfde en ook hij is heel snel. Hij behoort tot een familie van de duizendpoten waartoe de allergrootste soorten behoren, zoals Scolopendra gigantea, die wel dertig centimeter lang kan worden en die muizen, vogels en padden eet. De tuinbladkruiper van de Benelux wordt nooit langer dan zo'n 3 centimeter.
De moeder zorgt na de geboorte nog een tijdje voor de jongen. Die worden met alle 21 potenparen geboren, daar waar de gewone duizendpoot met veel minder poten begint en per vervelling een nieuw paar toevoegt. Hoewel hij ook in bosgebieden voorkomt is de tuinbladkruiper een echte tuinsoort. In de gehele Benelux een zeer algemene en overal voorkomende soort.